Tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 stuurde Zweden meel naar Nederland, waar het werd gebakken tot witbrood.
Voor veel Nederlanders was dit na jaren schaarste een eerste teken van hoop.
De “wittebroodtreinen” brachten brood naar uitgehongerde steden als Amsterdam en Rotterdam.
Het Zweedse wittebrood werd ontvangen met vreugde en herinnerd als symbool van bevrijding en menselijkheid.